Jörgen van Rijen is naast zijn werk als solotrombonist van het Concertgebouworkest een veelgevraagd solist bij orkesten en ensembles, waaronder het Rotterdams Philharmonisch Orkest, het BBC Symphony Orchestra, het Tsjechisch Philharmonisch Orkest en het Residentie Orkest. Ook met het Concertgebouworkest trad hij diverse keren op als solist.
Jörgen van Rijen studeerde bij George Wiegel aan het Rotterdams Conservatorium, waar hij zijn studie Uitvoerend Musicus afsloot met een 10 summa cum laude. Verder studeerde hij bij Michel Becquet in Lyon, waar hij ook baroktrombone studeerde bij Daniel Lassalle. Daarnaast volgde hij lessen en masterclasses bij autoriteiten als Christian Lindberg, Joseph Alessi, fagottist Brian Pollard en cellist Anner Bijlsma.
Onder anderen Theo Verbey, Martijn Padding, Jacob ter Veldhuis en Jan van Vlijmen componeerden werken voor Jörgen van Rijen. In 2012 soleerde hij in de wereldpremière van Kalevi Aho’s Tromboneconcert; in april 2017 hield hij met het Concertgebouworkest het Tromboneconcert van James MacMillan ten doop.
Jörgen van Rijen maakt sinds 2007 deel uit van het Lucerne Festival Orchestra. Hij doceert aan het Conservatorium van Amsterdam en de Royal Academy of Music in Londen. Verder is hij actief als kamermusicus bij onder andere het Nieuw Trombone Collectief en muzikantencollectief Splendor.
In 2004 ontving Van Rijen de Nederlandse Muziekprijs, de hoogste onderscheiding van het Ministerie van OCW. In 2006 kreeg hij de prestigieuze Borletti-Buitoni Trust Award. Tijdens de internationale tromboneconcoursen van Guebwiller en Toulon won hij de eerste prijs.
Jörgen van Rijen heeft een Duitse tenortrombone en een bastrompet tot zijn beschikking uit de collectie van de Foundation Concertgebouworkest.
Marc Daniel van Biemen is eerste violist bij het Concertgebouworkest sinds mei 2012. Daarvoor nam hij deel aan de Karajan-Akademie van de Berliner Philharmoniker. Hij was gastconcertmeester bij onder meer het Scottish Chamber Orchestra, het Verbier Festival Orchestra en de Yale Philharmonia. Als solist trad hij op met onder meer het Orkest van het Oosten, het Limburgs Symfonie Orkest, Solisten van het Residentie Orkest en het Haags Jeugdorkest.
Marc Daniel van Biemen maakt deel uit van Camerata RCO en is primarius van het Alma Quartet, dat in 2014 de Prix de Salon won en vier hooggeprezen albums uitbracht; de debuut-cd Schulhoff Complete String Quartets werd in 2017 gelauwerd met een Preis der deutschen Schallplattenkritik.
In mei 2023 kwam bij uitgeverij Thomas Rap zijn boek Violist uit, waarin Marc Daniel van Biemen openhartig vertelt over zijn achtergrond en zijn leven als musicus.
Als kamermusicus werkte hij samen met onder anderen Leonidas Kavakos, Janine Jansen, Jean-Yves Thibaudet, Murray Perahia, Leif Ove Andsnes, Nicolas van Poucke, Ilya Gringolts, Maxim Rysanov, Colin Carr, Alexander Kerr, Torleif Thedéen, Màtè Szücs, Vladimir Mendelssohn, Julien Quentin, Andreas Ottensammer, Henrik Schwarz en Hauschka.
Op zesjarige leeftijd begon Marc Daniel van Biemen zijn vioolstudie bij zijn vader Wybo van Biemen. Drie jaar later werd hij toegelaten tot het Koninklijk Conservatorium in Den Haag bij Koosje van Haeringen. Hij vervolgde zijn studie bij Jaap van Zweden en later ook Herman Krebbers. Vanaf 2005 studeerde hij aan de Duquesne University in Pittsburgh en vanaf 2007 aan de Yale University School of Music bij Syoko Aki.
In 2009 won hij de tweede prijs tijdens het Nationaal Vioolconcours Oskar Back. Ook won hij een speciale prijs tijdens het Fritz Kreisler Vioolconcours.
Benjamin Peled maakte als gastconcertmeester deel uit van de Staatskapelle Berlin en het West-Eastern Orchestra, beide onder Daniel Barenboim, en leidde als concertmeester de symfonieorkesten van Houston en Vancouver. Ook trad hij op met het Lucerne Festival Orkest, het Mahler Chamber Orchestra en het St. Paul Chamber Orchestra.
Benjamin Peled maakt als mede-oprichter deel uit van het Alma Quartet, dat voor zijn debuut-cd met de complete strijkkwartetten van Erwin Schulhoff internationaal veel lof ontving en de Preis der Deutschen Schallplattenkritik Bestenlist kreeg toegekend. Peled heeft de gelegenheid gehad als kamermusicus te mogen optreden met onder anderen Jean-Yves Thibaudet, Menahem Pressler, Denis Kozhukhin, Baiba Skride, Guy Braunstein, Kolja Blacher, en leden van zowel het Belcea als het Michelangelo String Quartet.
Peled trad op in Noord-Amerika, Europa en Azië, in zalen als de Sociedad Filarmónica de Bilbao, Tonhalle Düsseldorf, Seoul Arts Center, Hamarikyu-Asahi Hall in Tokio en tijdens het Jerusalem International Chamber Music Festival.
Vóór zijn aanstelling in Amsterdam voltooide hij zijn masteropleiding aan de Cleveland Institute of Music, waar hij studeerde bij William Preucil en Paul Kantor.
Benjamin bespeelt een J.B. Vuillaume, die werd aangekocht door de Foundation Concertgebouworkest uit de nalatenschap van Viktor Libermann. Voorheen werd deze viool bespeeld door Marijn Mijnders.
Altviolist Jeroen Woudstra maakt deel uit van het Concertgebouworkest sinds 2000. Daarnaast is hij lid van het succesvolle Alma Quartet.
Als vijfjarige kreeg Jeroen Woudstra zijn eerste muzieklessen. Aan het Utrechts Conservatorium studeerde hij bij Philip Hirshhorn en Keiko Wataya. Met een beurs vervolgde hij zijn studie aan de Mozart Academy in Krakau, bij onder anderen Chumachenko Szigmundy en Nobuko Imai.
Naast zijn werk in het Concertgebouworkest en met het Alma Quartet maakte Jeroen Woudstra kamermuziek met musici als Emanuel Ax, Kyoko Hashimoto, Charles André Linale, Rainer Moog en Nathaniel Rosen op internationale festivals in Europa, de Verenigde Staten en Azië.
Jeroen Woudstra bespeelt een altviool uit de collectie van de Foundation Concertgebouworkest, gebouwd door Jean Baptiste Lefèbvre in 1767.
Clément Peigné begon zijn cellostudie aan het conservatorium van Tours en zette deze voort bij Xavier Gagnepain en Hortense Cartier-Bresson aan het conservatorium van Boulogne-Billancourt, waar hij prijzen won voor cello en kamermuziek. Met een beurs van de Indiana University Bloomington kon hij lessen volgen bij Janos Starker.
Vervolgens studeerde hij bij Marc Coppey aan het Conservatoire National de Musique et de Danse in Parijs, waar hij in juni 2017 zijn mastertitel behaalde. Bij het European Union Youth Orchestra deed hij orkestervaring op. Ook studeerde hij bij Nicolas Altstaedt aan de Hochschule für Musik und Tanz in Keulen.
In het seizoen 2017/2018 nam hij deel aan de Academie van het Concertgebouworkest.
Tijdens de Lucerne Festival Academy 2014 werkte Clément Peigné onder leiding van Matthias Pintscher met componisten als Heinz Holliger, Krzysztof Penderecki en Gérard Pesson. Hij bekwaamde zich verder in het hedendaagse repertoire tijdens workshops bij de Diplômes d’Artistes Interprètes en concerten met Ensemble intercontemporain. In 2015 richtte hij met Eun-Joo Lee en Vladimir Prcevic het Trio Sacher op, dat zich richt op muziek van de twintigste en eenentwintigste eeuw en veel samenwerkt met jonge componisten. Clément maakt sinds januari 2019 deel uit van de cellogroep van het Concertgebouworkest.